Nederlands

 
Neuroterus albipes   forma laeviusculus op zomereik.
Uitspraak
Woordafbreking
  • gal·wesp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord galwesp galwespen
verkleinwoord galwespje galwespjes

Zelfstandig naamwoord

de galwespv / m

  1. (vliesvleugeligen) Cynipoidea   lid van een groep vliesvleugelige insecten, die met een lange legboor hun eitjes in planten leggen, waarna gallen ontstaan. Ze moeten niet verward worden met de galmuggen, die ook gallen maken maar tot een andere orde behoren (tweevleugeligen)
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Meer informatie

Verwijzingen