knikkergalwesp
- (IPA in voorbereiding)
- knik·ker·gal·wesp
- samenstelling van knikker zn en galwesp zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knikkergalwesp | knikkergalwespen |
verkleinwoord | knikkergalwespje | knikkergalwespjes |
- (vliesvleugeligen) Andricus kollari galwesp die veroorzaker is van de knikkergal voorkomend op zomereik en wintereik
- Het woord 'knikkergalwesp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.