fokkenmaat
- Geluid: fokkenmaat (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfɔkəˌmat / (3 lettergrepen)
- fok·ken·maat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fokkenmaat | fokkenmaten fokkenmaats |
verkleinwoord | fokkenmaatje | fokkenmaatjes |
de fokkenmaat m
- (scheepvaart) persoon die de fok bedient
- op tweepersoons zeilbootjes: tweede persoon na de schipper
- fokkemaat (officiële spelling tot 1996; in Van Dale's Groot Woordenboek der Nederlandse Taal van de 8e (1961) tot de 12e druk (1992) zonder tussen-n; in de editie 1990 van het Groene Boekje al vermeld met tussen-n, maar naast "fokkemast" zonder tussen-n)
- Het woord fokkenmaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.