fluorescenční

Tsjechisch

Woordafbreking

• fluo·re·s·cen·ční

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord fluorescence met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

fluorescenční

1. (natuurkunde) fluorescentie-; met betrekking tot fluorescentie

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	fluorescenční				fluorescenční
genitief	fluorescenčního		fluorescenční	fluorescenčního	fluorescenčních
datief	fluorescenčnímu		fluorescenční	fluorescenčnímu	fluorescenčním
accusatief	fluorescenčního	fluorescenční			fluorescenční
vocatief	fluorescenční				fluorescenční
locatief	fluorescenčním		fluorescenční	fluorescenčním	fluorescenčních
instrumentalis	fluorescenčním		fluorescenční	fluorescenčním	fluorescenčními

Typische woordcombinaties

• fluorescenční mikroskop m onbezield - fluorescentiemicroscoop

Verwante begrippen

• fosforeskující
• luminescenční
• světélkující

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)