exfoliëren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van exfoliëren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		exfoliëren			te exfoliëren
	toekomend		zullen exfoliëren			te zullen exfoliëren
voltooid	tegenwoordig		geëxfolieerd			te geëxfolieerd
	toekomend		geëxfolieerd zullen			geëxfolieerd te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	exfoliërend		geëxfolieerd			ev. exfolieer	mv. verouderd exfolieert	exfoliëre
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	exfolieer	exfolieert	exfolieert	exfolieert	exfolieert	exfoliëren	exfoliëren	exfoliëren
verleden (o.v.t.)	exfolieerde	exfolieerde	exfolieerde	exfolieerde	exfolieerde	exfolieerden	exfolieerden	exfolieerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal exfoliëren	zult/zal exfoliëren	zult/zal exfoliëren	zult exfoliëren	zal exfoliëren	zullen exfoliëren	zullen exfoliëren	zullen exfoliëren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou exfoliëren	zou exfoliëren	zou(dt) exfoliëren	zoudt exfoliëren	zou exfoliëren	zouden exfoliëren	zouden exfoliëren	zouden exfoliëren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij