etableren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van etableren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		etableren			te etableren
	toekomend		zullen etableren			te zullen etableren
voltooid	tegenwoordig		geëtableerd			te geëtableerd
	toekomend		geëtableerd zullen			geëtableerd te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	etablerend		geëtableerd			ev. etableer	mv. verouderd etableert	etablere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	etableer	etableert	etableert	etableert	etableert	etableren	etableren	etableren
verleden (o.v.t.)	etableerde	etableerde	etableerde	etableerde	etableerde	etableerden	etableerden	etableerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal etableren	zult/zal etableren	zult/zal etableren	zult etableren	zal etableren	zullen etableren	zullen etableren	zullen etableren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou etableren	zou etableren	zou(dt) etableren	zoudt etableren	zou etableren	zouden etableren	zouden etableren	zouden etableren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij