elftal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- elf·tal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van elf ht en tal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elftal | elftallen |
verkleinwoord | elftalletje | elftalletjes |
Zelfstandig naamwoord
elftal o
- sportploeg die uit elf spelers bestaat, in het bijzonder een voetbalploeg
- Het Nederlands elftal speelt erg goed op het WK.
- groep van elf
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord elftal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "elftal" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be