voetbalelftal

Nederlands

voetbalelftal

Uitspraak

• Geluid:  voetbalelftal    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈvudbɑlˌɛl^əfˌtɑl / (4 of 5 lettergrepen)

Woordafbreking

• voet·bal·elf·tal

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  voetbal zn  en  elftal zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voetbalelftal	voetbalelftallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het voetbalelftal o

1. elf spelers die samen een voetbalteam vormen

   ▸ Stanley Menzo stapt per 1 september op als bondscoach van het Surinaamse voetbalelftal. De oud-keeper van onder meer Ajax, PSV en het Nederlands elftal is ingegaan op een "lucratief aanbod" uit het buitenland. Dat heeft hij via een videopersconferentie aan de Surinaamse pers medegedeeld.

   ▸ Het lijkt erop dat het Marokkaans voetbalelftal op het WK later dit jaar niet geleid wordt door Vahid Halilhodzic (69). De Bosnische bondscoach, die sinds 2019 aan het roer stond bij de ‘Leeuwen van de Atlas’, is volgens L’Équipe op weg naar de uitgang.

Gangbaarheid

• Het woord voetbalelftal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.