elfjes
- elf·jes
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | elfjes |
de elfjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord elf
- meervoud van het zelfstandig naamwoord elfje
- meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Maluridae een familie van zangvogels uit het Australische continent. De familie telt 29 soorten
- [2] zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- [2] blauwborstelfje, bont elfje, bosavi-elfje, breedsnavelelfje, bruine grassluiper, Dorothy's grassluiper, eyremeergrassluiper, harlekijngrassluiper, kalkadoongrassluiper, keizerelfje, kortstaartgrassluiper, mallee-emoesluiper, oostelijke grassluiper, opaltongrassluiper, ornaatelfje, prachtelfje, purperkruinelfje, roestflankelfje, roestschouderelfje, roodkapelfje, roodkapemoesluiper, roodooremoesluiper, roodrugelfje, roodvleugelelfje, rosse grassluiper, Wallace' elfje, westelijke grassluiper, witkeelgrassluiper, witschouderelfje, witvleugelelfje, zwarte grassluiper, zwartwitte grassluiper
- donker elfje, driehoekselfje, melkelfje, spiegelelfje, spits elfje, stippelelfje, stomp elfje, variabel elfje, vroeg elfje, wilgenelfje, wimperzomerelfje, zomerelfje
- Het woord elfjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.