driehoekselfje
- (IPA in voorbereiding)
- drie·hoek·self·je
- samenstelling van driehoek zn en selfje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | driehoekselfje | driehoekselfjes |
het driehoekselfje o dim. tant.
- (tweevleugeligen) Meligramma triangulifera een vliegensoort uit de familie van de zweefvliegen (Syrphidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1843 door Johan Wilhelm Zetterstedt
- Het woord 'driehoekselfje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.