• een·mans·zaak
enkelvoud meervoud
naamwoord eenmanszaak eenmanszaken
verkleinwoord eenmanszaakje eenmanszaakjes

de eenmanszaakv / m

  1. bedrijfsvorm waarbij één persoon in alle opzichten verantwoordelijk is voor de onderneming, en wel rechtstreeks, niet als eigenaar/bestuurder van een besloten vennootschap (bv)
     Minister Micky Adriaansens van Economische Zaken wil dat eenmanszaken hun vestigingsadres straks volledig kunnen afschermen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK). Ondernemers moeten als alternatief dan wel een postadres registreren. KVK schermt nu al op verzoek af bij een vermoeden van dreiging.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Minister wil dat eenmanszaken adres kunnen afschermen bij KVK” (Woensdag 29 juni 2022), NU.nl