dubbelzout
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dubbelzout (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdʏbəlˌzɑut / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- dub·bel·zout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dubbelzout | dubbelzouten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het dubbelzout o
- (scheikunde) stof die bestaat uit moleculen met twee verschillende positieve ionen en een negatief ion of twee verschillende negatieve ionen en een positief ion
- ▸ Wie niet vertrouwd zou zijn met aluin moet uiteraard vooraf weten dat ‘dit dubbelzout van aluminium- en kaliumsulfaat één der meest onontbeerlijke grondstoffen was voor de textielnijverheid (…)’.[1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | dubbelzout |
verbogen | dubbelzoute |
partitief | dubbelzouts |
Bijvoeglijk naamwoord
dubbelzout
- extra zout smakend
- ▸ Voor hen is het Nederlands het taaltje van lieve maar rare ouders die volharden in dit idioom en leven in de logica van zuurkool, stroopwafels en dubbelzoute drop.[2]
Gangbaarheid
- Het woord dubbelzout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Michel BaeldeKroniek : Belgisch tijdschrift voor filologie en geschiedenis in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden., jrg. 90 nr. 2 (1975), Martinus Nijhoff, Den Haag, p. 343
- ↑ Weblink bron Francis BulhofLogisch in: Neerlandica extra Muros., jrg. 38 nr. 3 (oktober 2000), J. van In, Lier, p. 72