• druip·nat
stellend
onverbogen druipnat
verbogen druipnatte
partitief druipnats

druipnat [1]

  1. zo nat dat het water er vanaf drupt, heel erg nat, door en door nat, nat tot op het bot
    • De entourage van Manchester City zou flesjes water en melk naar Mourinho gegooid hebben, een van de flessen melk spatte uiteen tegen de muur waardoor de Portugees druipnat werd.[2] 
    • U weet het vermoedelijk: scholieren laten zich liever druipnat regenen dan zich te vertonen in zo’n modeloos, vormeloos en hopeloos oliepak. En inderdaad: slechts in uiterste nood vertonen de meesten van u zich in zo’n omhulsel.[3] 
88 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 12/DECEMBER/2017 door jtp
  3. Volkskrant Theo Stielstra 5 december 2009
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be