droogte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- droog·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | droogte | droogten droogtes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de droogte v
- lange periode zonder of met minder neerslag
- In het land heerst grote droogte.
- ▸ Door de droogte verspreiden de branden zich heel snel. '[1]
Vertalingen
1. lange periode zonder of met minder neerslag
Gangbaarheid
- Het woord droogte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "droogte" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron nieuwsbegrip.nl“Bosbranden in het Amazonegebied” (26-8-2019), CED-groep
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be