[1] Deur met stenen drempel
  • drem·pel
  • In de betekenis van ‘verhoging bij deur’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord drempel drempels
verkleinwoord drempeltje drempeltjes

dedrempelm

  1. (bouwkunde) onderdorpel van een kozijn
  2. (bouwkunde) houten onderdorpel bij een binnenkozijn
  3. (verkeer) een verkeersbelemmerend object
  4. (figuurlijk) een minimum dat gehaald moet worden om ergens aan te kunnen voldoen of ergens aan mee te kunnen doen
  5. (figuurlijk) aan het begin van een tijdperk
     Nog zo'n typerende zwart-wit-foto is een groepsportret van een stel muzikanten uit Assen. Samen stonden ze bekend als de Showboot, een soort revuegezelschap waarmee ze langs feestzalen gingen. Harry Muskee staat in het midden in zwart kostuum. Hij heeft een grote bas voor zich, de handen op de snaren. Hij kijkt broeierig, hij heeft de blues. Het was op de drempel van de sixties.[3]
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.