• drank·or·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord drankorgel drankorgels
verkleinwoord drankorgeltje drankorgeltjes

het drankorgelo

  1. (informeel) iemand die constant dronken is
    • Wil jij dat drankorgel even naar huis brengen? Ze mag zelf namelijk nu echt niet meer rijden. 
  2. een stellage met vaatjes voor verschillende soorten sterkedrank
99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be