draaiing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- draai·ing
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van draaien met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | draaiing | draaiingen |
verkleinwoord | draaiinkje | draaiinkjes |
Zelfstandig naamwoord
- het draaien of gedraaid zitten
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord draaiing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "draaiing" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be