wieling
- wie·ling
- naamwoord van handeling van wielen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wieling | wielingen |
verkleinwoord |
de wieling v
- draaikolk, kolk, maalstroom
- plaats waar een dijk is doorgebroken
- Het woord wieling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wieling" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be