• woe·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord woeling woelingen
verkleinwoord woelinkje woelinkjes

de woelingv

  1. beweging
  2. onlust, onstuimigheid
  3. het wikkelen van het touw dwars over de basisbevestiging bij het maken van een kruissjorring
72 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be