douchecabine
- dou·che·ca·bi·ne
- samenstelling van douche zn en cabine zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | douchecabine | douchecabines |
verkleinwoord |
de douchecabine v
- (sanitair) een kleine ruimte met douche en douchebak waarin men zich kan reinigen
- Licht, verwarming, gordijnen en stereo of tv worden bediend via een iPad – ik speel met de ‘mood lighting’ tot de blauwe douchecabine oplicht in funky paars.[1]
- ▸ In de badkamer met een grote spiegel in een vergulde lijst was er met zichtbare tegenzin een moderne douchecabine aangebracht naast de antieke badkuip van email, die op vier bronzen pootjes in de vorm van leeuwenklauwen stond.[2]
1. een kleine ruimte met douche en douchebak waarin men zich kan reinigen
- Het woord douchecabine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "douchecabine" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ de Standaard 28 JANUARI 2017
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be