doorgezakt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  doorgezakt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• door·ge·zakt

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van doorzakken: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van  door bw  en  gezakt ww 

Werkwoord

vervoeging van:	doorzakken…
verbogen vorm:	doorgezakte

doorgezakt

1. voltooid deelwoord van doorzakken

   • Maar of het doorgaat is nog even de vraag omdat het huisje opgeknapt moet worden. "Het dak lijkt iets doorgezakt, vermoedelijk als gevolg van een lekkage", zegt Ensink. "Misschien dat we op de volgende burendag van onze wijk geld gaan inzamelen voor de opknapbeurt."  

doorgezakt plafond

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	doorgezakt	doorgezakter	doorgezaktst
verbogen	doorgezakte	doorgezaktere	doorgezaktste
partitief	doorgezakts	doorgezakters	-

Bijvoeglijk naamwoord

doorgezakt

1. onder een groot gewicht kromgebogen; door eigen zwakte onder een gering gewicht kromgebogen

   • Lekkages, gescheurd linoleum, doorgezakte plafondplaten en een overstroomd schoolplein. Dat is er volgens mevrouw M. Stegehuis van de ouderraad van basisschool De Blokstoeke mis met de school. ‘Maak u hard voor deze situatie’, schrijft zij aan wethouder H. Visser.  
   • Op de valreep vinden we een hotelletje, waar we voor een grijpstuiver mogen overnachten. De eigenaresse met haar als een vogelnest flanst eigenhandig een oerfranse coq au vin in elkaar, ook al is het 11 uur 's avonds en is de kok al lang naar huis. In de doorgezakte bedden prijzen we ons even later gelukkig. Wat zit het ons toch ook vaak mee! En morgen vinden we hier vast een feestje.  

2. door te veel gedronken alcohol bezweken

Synoniemen

• [1] doorbuigen, bezwijken
• [2] dronken, bezopen, lam

Gangbaarheid

• Het woord doorgezakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.