Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·cri·mi·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord discriminatie discriminaties
verkleinwoord discriminatietje discriminatietjes

Zelfstandig naamwoord

de discriminatiev

  1. (wetenschap) vaststelling van een verschil, het maken van onderscheid
     De beschikbare testen zijn subjectief en vereisen een nauwe samenwerking met de patiënt voor de bepaling van de reukdetectiedrempel en het vermogen tot discriminatie en/of identificatie van een geur.[3]
  2. (pregnant) (maatschappij) ongelijke behandeling vanwege kenmerken die er niet toe mogen doen, d.w.z. achterstelling of benadeling van mensen op grond van bepaalde kenmerken als etnische of nationale afkomst, religieuze overtuiging, huidskleur, ras, geslacht, seksuele geaardheid, en leeftijd
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. discriminatie op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron “Keel-neus-ooraandoeningen : Praktische huisartsgeneeskunde”, 2e druk, ebook (2019), Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, ISBN 9789036820059, p. 132
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be