• di·plo·ma·tisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen diplomatisch diplomatischer -
verbogen diplomatische diplomatischere -
partitief diplomatisch diplomatischers -

diplomatisch

  1. behorend tot of zoals in de officiële betrekkingen tussen staten
    • De kwestie rond de eilanden in de Zuid-Chinese Zee zou via diplomatische kanalen worden afgehandeld. [3]
  2. (figuurlijk) voorzichtig om de relatie met anderen niet te verstoren
    • “Ieder op z'n eigen manier”, stelt hij diplomatisch. [4]
  3. inhoudelijk helemaal gelijk aan een oorspronkelijk document
    • De transcriptie gebeurde zo diplomatisch mogelijk, met dien verstande dat de afkortingen stilzwijgend zijn opgelost, bijvoorbeeld ‘R’ of ‘Re’ wordt: ‘Recept’. [5]
  4. met betrekking tot of gebaseerd op echte officiële documenten
    • Het is al met al noodzakelijk dat de oorkonden worden onderworpen aan een diplomatisch onderzoek, ten einde de plaats van ontstaan ervan vast te kunnen stellen. [6]
87 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]