dikční

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /dɪktʃɲiː/

Woordafbreking

• dik·ční

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord dikce met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

dikční

1. dictie-; met betrekking tot dictie

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	dikční				dikční
genitief	dikčního		dikční	dikčního	dikčních
datief	dikčnímu		dikční	dikčnímu	dikčním
accusatief	dikčního	dikční			dikční
vocatief	dikční				dikční
locatief	dikčním		dikční	dikčním	dikčních
instrumentalis	dikčním		dikční	dikčním	dikčními

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)