differentiaaldiagnose

  • dif·fe·ren·ti·aal·di·ag·no·se
enkelvoud meervoud
naamwoord differentiaaldiagnose differentiaaldiagnosen
differentiaaldiagnoses
verkleinwoord

de differentiaaldiagnosev

  1. (medisch) wetenschappelijke methode om een ziekte vast te stellen door afweging van verschijnselen die op zichzelf op meerdere ziekten kunnen duiden
     De afleveringen beginnen met een anamnese, een verslag van de symptomen van een patiënt, gevolgd door een differentiaaldiagnose, een lijst aandoeningen waaraan de patiënt zou kunnen lijden. Door de aflevering heen wordt aan de hand van onderzoek en ontwikkeling van het ziektebeeld de lijst steeds aangepast.[1]
  1.   Weblink bron
    Sabeth Snijders
    “Dr. House in de collegezaal” (13 december 2012) op nrc.nl