deci-

Nederlands

Huidig bestand
31

Uitspraak

• Geluid:  deci-    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• de·ci-

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Latijnse decimus tiende

Voorvoegsel

deci-

1. (natuurkunde) een vermenigvuldigingsfactor van één tiende, 10⁻¹, weergegeven met symbool d

   • Was die bal uit? Ja, wel een decimeter! 

Antoniemen

• deca-

Afgeleide begrippen

• decimeter (dm), vierkante decimeter (dm²), kubieke decimeter (dm³), deciliter (dl), decigram (dg), deciseconde (ds), deciampère (dA), decivolt (dV), deciwatt (dW), deciohm (dΩ), decisiemens (dS), decifarad (dF), decihenry (dH), decibecquerel (dBq), decicoulomb (dC), decigray (dGy), decihertz (dHz), decijoule (dJ), decikatal (dkat), decilumen (dlm), decilux (dlx), decinewton (dN), decipascal (dPa), decisievert (dSv), decitesla (dT), deciweber (dWb), decicandela (dcd), decikelvin (dK), decimol (dmol)

Verwante begrippen

SI-prefixen voorafgaand aan eenheden in het Nederlands (nld)
yocto- • zepto- • atto- • femto- • pico- • nano- • micro- • milli- • centi- • deci- • 1 • deca- • hecto- • kilo- • mega- • giga- • tera- • peta- • exa- • zetta- • yotta-

Gangbaarheid

• Het woord 'deci-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.