competitief
- Geluid: competitief (hulp, bestand)
- IPA: / ˌkɔmpətiˈtif / (4 lettergrepen)
- com·pe·ti·tief
- van Engels competitive bn , op te vatten als afgeleid van competitie met het achtervoegsel -ief [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | competitief | competitiever | competitiefst |
verbogen | competitieve | competitievere | competitiefste |
partitief | competitiefs | competitievers | - |
competitief
- gewend aan en in staat om strijd te leveren, concurrerend
1. gewend aan en in staat om strijd te leveren
- Het woord competitief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "competitief" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be