concurrerend
- Geluid: concurrerend (hulp, bestand)
- IPA: /kɔŋkyˈrerənt/, /kɔŋkʏˈrerənt/
- con·cur·re·rend
- concurreren met de uitgang -d
vervoeging van: | concurreren |
verbogen vorm: | concurrerende |
concurrerend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | concurrerend | concurrerender | concurrerendst |
verbogen | concurrerende | concurrerendere | concurrerendste |
partitief | concurrerends | concurrerenders | - |
concurrerend
- aantrekkelijk in vergelijking met mededingers
- De bouwondernemer deed een concurrerend voorstel en kreeg de opdracht.
- met elkaar wedijverend
- De concurrerende firma's hadden van tevoren met elkaar afgesproken welke hoge prijs ze zouden vragen.
- Het woord concurrerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.