cofinancieren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van cofinancieren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | cofinancieren | te cofinancieren | ||||||
toekomend | zullen cofinancieren | te zullen cofinancieren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | gecofinancierd | te gecofinancierd | ||||||
toekomend | gecofinancierd zullen | gecofinancierd te zullen | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
cofinancierend | gecofinancierd | ev. cofinancier |
mv. verouderd cofinanciert |
cofinanciere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | cofinancier | cofinanciert | cofinanciert | cofinanciert | cofinanciert | cofinancieren | cofinancieren | cofinancieren | |
verleden (o.v.t.) | cofinancierde | cofinancierde | cofinancierde | cofinancierde | cofinancierde | cofinancierden | cofinancierden | cofinancierden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal cofinancieren | zult/zal cofinancieren | zult/zal cofinancieren | zult cofinancieren | zal cofinancieren | zullen cofinancieren | zullen cofinancieren | zullen cofinancieren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou cofinancieren | zou cofinancieren | zou(dt) cofinancieren | zoudt cofinancieren | zou cofinancieren | zouden cofinancieren | zouden cofinancieren | zouden cofinancieren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij |