civetkat
- ci·vet·kat
- In de betekenis van ‘roofdier’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1]
- samenstelling van civet en kat [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | civetkat | civetkatten |
verkleinwoord | civetkatje | civetkatjes |
- (roofdieren) Viverra , een geslacht van kleine slank gebouwde roofdieren dat in Afrika en Zuidoost-Azië voorkomt
1. Viverra, een geslacht van kleine slank gebouwde roofdieren dat ---
- Het woord civetkat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "civetkat" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "civetkat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ civetkat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be