cheat
- cheat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cheat | cheats |
verkleinwoord | - | - |
de cheat m
- (spel) truc met de programmatuur die een speler van een computergame oneerlijk voordeel bezorgt
- ▸ Met het cheatprogramma konden spelers de spelomgeving beïnvloeden en een zogeheten God-modus activeren, waardoor ze niet langer dood konden. Dat gaf spelers in de onlinemodus een oneerlijk voordeel ten opzichte van anderen die de cheat niet hadden gekocht.[1]
- Het woord cheat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Australische politie doorzoekt huizen cheatmakers Grand Theft Auto V” (18 oktober 2018) op nu.nl
- Geluid: cheat (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /t͡ʃiːt/
- zn: via Middelengels chete van Oudfrans eschet / escheoit "dat wat iemand toevalt"
- [4] (verkorting) van cheatgrass
- ww: via Middelengels acheten / escheten van Oudfrans escheoiter " toevallen ww "
enkelvoud | meervoud |
---|---|
cheat | cheats |
cheat
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to cheat |
he/she/it | cheats |
verleden tijd | cheated |
voltooid deelwoord |
cheated |
onvoltooid deelwoord |
cheating |
gebiedende wijs | cheat |
cheat
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "cheat" herkend door:
99 % | van de Amerikanen; |
99 % | van de Britten.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be