Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • char·ter·vlucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chartervlucht chartervluchten
verkleinwoord chartervluchtje chartervluchtjes

Zelfstandig naamwoord

de chartervluchtv / m

  1. reis met een vliegtuig gemaakt in opdracht van een of meer klanten en dus niet volgens een vaste dienstregeling
    • We gaan met een chartervlucht naar Benidorm in Spanje voor onze vakantie. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen