Nederlands

 
structuurformule van het carbonaatanion.
Uitspraak
Woordafbreking
  • car·bo·naat
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van carbon (koolstof) met het achtervoegsel -aat
enkelvoud meervoud
naamwoord carbonaat carbonaten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

carbonaat o [1]

  1. (scheikunde) een anion van koolstof en zuurstof, met als brutoformule CO32–. Een carbonaat is een zout of ester van diwaterstofcarbonaat (koolzuur)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen