• bu·taan
  • In de betekenis van ‘gasvormige koolwaterstof’ voor het eerst aangetroffen in 1941 [1]
  • met het voorvoegsel but- (boter-) met het achtervoegsel -aan[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord butaan butanen
verkleinwoord - -

het butaano

  1. (scheikunde) een verzadigde koolwaterstof met formule C4H10
    • Flessen met butaan worden gebruikt als bron van brandbaar gas. 
Alkanen in het Nederlands

methaanethaanpropaanbutaanpentaanhexaanheptaanoctaannonaandecaan

86 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]


butaan

  1. (scheikunde) butaan; een verzadigde koolwaterstof met formule C4H10