bureaucratiseren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van bureaucratiseren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		bureaucratiseren			te bureaucratiseren
	toekomend		zullen bureaucratiseren			te zullen bureaucratiseren
voltooid	tegenwoordig		hebben gebureaucratiseerd			te hebben gebureaucratiseerd
	toekomend		gebureaucratiseerd zullen hebben			gebureaucratiseerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	bureaucratiserend		gebureaucratiseerd			ev. bureaucratiseer	mv. verouderd bureaucratiseert	bureaucratisere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	bureaucratiseer	bureaucratiseert	bureaucratiseert	bureaucratiseert	bureaucratiseert	bureaucratiseren	bureaucratiseren	bureaucratiseren
verleden (o.v.t.)	bureaucratiseerde	bureaucratiseerde	bureaucratiseerde	bureaucratiseerde	bureaucratiseerde	bureaucratiseerden	bureaucratiseerden	bureaucratiseerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal bureaucratiseren	zult/zal bureaucratiseren	zult/zal bureaucratiseren	zult bureaucratiseren	zal bureaucratiseren	zullen bureaucratiseren	zullen bureaucratiseren	zullen bureaucratiseren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou bureaucratiseren	zou bureaucratiseren	zou(dt) bureaucratiseren	zoudt bureaucratiseren	zou bureaucratiseren	zouden bureaucratiseren	zouden bureaucratiseren	zouden bureaucratiseren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gebureaucratiseerd	hebt gebureaucratiseerd	hebt/heeft gebureaucratiseerd	hebt gebureaucratiseerd	heeft gebureaucratiseerd	hebben gebureaucratiseerd	hebben gebureaucratiseerd	hebben gebureaucratiseerd
verleden (v.v.t.)	had gebureaucratiseerd	had gebureaucratiseerd	had gebureaucratiseerd	hadt gebureaucratiseerd	had gebureaucratiseerd	hadden gebureaucratiseerd	hadden gebureaucratiseerd	hadden gebureaucratiseerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gebureaucratiseerd hebben	zal/zult gebureaucratiseerd hebben	zult/zal gebureaucratiseerd hebben	zult gebureaucratiseerd hebben	zal gebureaucratiseerd hebben	zullen gebureaucratiseerd hebben	zullen gebureaucratiseerd hebben	zullen gebureaucratiseerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gebureaucratiseerd hebben	zou gebureaucratiseerd hebben	zou/zoudt gebureaucratiseerd hebben	zoudt gebureaucratiseerd hebben	zou gebureaucratiseerd hebben	zouden gebureaucratiseerd hebben	zouden gebureaucratiseerd hebben	zouden gebureaucratiseerd hebben