• bru·tal·ly
  • Afleiding van het Engelse bijvoeglijke naamwoord brutal en met het achtervoegsel -ally.
  • Afkomstig van het Latijnse bijvoeglijke naamwoord brutus.

brutally

  1. boosaardig
  2. brutaal
  3. bruut
  4. gemeen
  5. hardhandig
  6. kwaadaardig
  7. onmenselijk
  8. rauw
  9. ruw
  10. stout
  11. woest
  12. wreed
  13. wreedaardig
  • [2]: brutally bashed
brutaal geslagen