brutally
- bru·tal·ly
- Afleiding van het Engelse bijvoeglijke naamwoord brutal en met het achtervoegsel -ally.
- Afkomstig van het Latijnse bijvoeglijke naamwoord brutus.
brutally
- boosaardig
- brutaal
- bruut
- gemeen
- hardhandig
- kwaadaardig
- onmenselijk
- rauw
- ruw
- stout
- woest
- wreed
- wreedaardig
- [2]: brutally bashed
brutaal geslagen