rauw
- rauw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rauw | rauwer | rauwst |
verbogen | rauwe | rauwere | rauwste |
partitief | rauws | rauwers | - |
- In de betekenis van ‘niet gekookt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1266 [1]
rauw
- ongekookt en vers
- Een stamppot met rauwe andijvie.
- ▸ Zelfs een pakje noedels kon je kennelijk rauw eten, en hij wierp me een pak Indomie instant kipnoedels van 20 cent toe.[2]
- niet gehinderd door beschaafde terughoudendheid
- Dat zijn een stel rauwe klanten.
rauw
- ongekookt en vers
- ▸ Zelfs een pakje noedels kon je kennelijk rauw eten, en hij wierp me een pak Indomie instant kipnoedels van 20 cent toe.[2]
1. ongekookt en vers
- Het woord rauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rauw" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "rauw" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 2,0 2,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be