breedheid
- breed·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | breedheid | |
verkleinwoord |
de breedheid v
- zienswijze of omvang die ruimte biedt voor veel verschillende invalshoeken
- Volgens Bert Vuijsje kenmerkten de jazzrecensies van Pé zich door eruditie, Bourgondische charme, spiritualiteit, breedheid en openheid van visie. [2]
- Het is alles behalve oubollig. Ik maak de overstap, omdat ik zo ongelooflijk van die breedheid in de muziek houd. Er zijn 5 prachtige decennia popmuziek en daar kun je uit putten. Een goudmijn. Als je Radio 2 aanzet, hoor je eigenlijk het 3FM van een paar jaar geleden. [3]
- (pejoratief) veel woorden gebruiken om iets te zeggen
- "Ik was er zelf al eens mee begonnen, maar pas bij mijn tweede levensjaar was ik al op pagina tachtig. Ik heb de neiging tot enige uitbundige breedheid", vertelde Westbroek in het programma 't Wordt nu laat op NPO Radio 2. [4]
- [1] breedte, uitgebreidheid, wijdte
- [2] wijdlopigheid
- Het woord breedheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "breedheid" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Wikipedia Hoften, R. van"Over Pé en over jazz" in:Cornelissen, J. e.a. (red.)40 jaar n.P. Pé Hawinkels 1942-1977, Nijmeegs schrijver, dichter, vertaler. (2017) Collectief Vrienden van Pé, Nijmegen; p. 77; geraadpleegd 2019-02-12
- ↑ Tubantia M. van Leeuwen 31-07-15 Gerard Ekdom verwacht tranen bij afscheid 3FM
- ↑ De Telegraaf 21 juni 2017 Biografie over Henk Westbroek op komst
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be