Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van wide met het achtervoegsel -th
enkelvoud meervoud
width widths

Zelfstandig naamwoord

width

  1. breedte

Gangbaarheid

99 % van de Amerikanen;
100 % van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be