brandmerken
- Geluid: brandmerken (hulp, bestand)
- brand·mer·ken
- samenstelling van brand en merken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
brandmerken |
brandmerkte |
gebrandmerkt |
zwak -t | volledig |
brandmerken [2]
- overgankelijk (vee) merken door het inbranden van een teken
- overgankelijk stigmatiseren, in de openbaarheid iemand beschuldigen en veroordelen
- ▸ De waarheidscommissie die nu was begonnen zou niet alleen onschuldige slachtoffers van de politieke processen van een kwade tijd vrijspreken. Ze zou ook schurken brandmerken en niet alleen Tsjecho-Slowaakse schurken.[3]
1. (vee) merken door het inbranden van een teken
2. stigmatiseren
de brandmerken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord brandmerk
- Het woord brandmerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brandmerken" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ brandmerken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be