boomkap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomkap (hulp, bestand)
- IPA
- (Noord-Nederland): /ˈbom.kɑp/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.kɑp/
Woordafbreking
- boom·kap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom en kap (van kappen)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomkap | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
boomkap m
- het rooien van bomen
- Er komt nog geen einde aan de boomkap in de Amazone.
Synoniemen
Vertalingen
1. het rooien van bomen
Gangbaarheid
- Het woord 'boomkap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "boomkap" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be