• boom·kap
enkelvoud meervoud
naamwoord boomkap -
verkleinwoord - -

de boomkapm

  1. het rooien van bomen
    • Er komt nog geen einde aan de boomkap in de Amazone. 
87 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be