bonnet
- bon·net
- via Middelnederlands bonette van Middelfrans bonet, vergelijk Frans bonnet; in de betekenis van ‘muts’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bonnet | bonnetten |
verkleinwoord | bonnetje | bonnetjes |
- (hoofddeksel) soort muts
- De bonnet van een kardinaal heeft vier opstaande randen.
- Het woord bonnet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bonnet" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bonnet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: bonnet (VS) (hulp, bestand)
- via Middelengels bonet van Middelfrans bonet
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bonnet | bonnets |
bonnet
- (techniek) (VK) motorkap
- (hoofddeksel) soort vrouwenhoed met een lint onder de kin
- [1]: (VS) hood
- van Middelfrans bonette
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
bonnet | le bonnet | bonnets | les bonnets |
bonnet m