bonnetje
- [A] Geluid: bónnetje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔnəcə / (3 lettergrepen)
- [B] Geluid: bonnétje (hulp, bestand)
- IPA: / bɔˈnɛcə / (3 lettergrepen)
- [A] bon·ne·tje
- [B] bon·net·je
- [A] afgeleid van bon zn met het achtervoegsel -etje
- [B] afgeleid van bonnet zn met het achtervoegsel -je
[A] het bónnetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bon
[B] het bonnétje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bonnet
- Het woord bonnetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.