bonten
- bon·ten
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | bonten |
bonten
- van bont gemaakt
- Haar prachtige bonten muts werd met verf bespoten.
- Het woord bonten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bonten" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be