boert
- boert
vervoeging van |
---|
boeren |
boert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boeren
- Jij boert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boeren
- Hij boert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van boeren
- Boert!
vervoeging van |
---|
boerten |
boert
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boert | boerten |
verkleinwoord | boertje | boertjes |
- Het woord boert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boert" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ boert op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be