• blon·di·ne
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘blond meisje’ voor het eerst aangetroffen in 1866 [1]
  • Afkomstig van het Franse woord blond
enkelvoud meervoud
naamwoord blondine blondines
verkleinwoord blondinetje blondinetjes

de blondinev

  1. een vrouw of meisje met blond haar
    • Recentelijk is een Russische blondine gekroond tot Miss World. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]


  • blon·di·ne
  • Afkomstig van het Franse woord blond
Naar frequentie 9601
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blondine     m: blondinen
v: blondina  
  blondiner     blondinene  
genitief   blondines     m: blondinens
v: blondinas  
  blondiners     blondinenes  

blondine m / v

  1. blondine
  • blond kvinne
  • blondiner og brunetter
blondines en brunettes


  • blon·di·ne
  • Afkomstig van het Franse woord blond
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blondine     blondina     blondiner     blondinene  

blondine v

  1. blondine
  • blond kvinne