• bloe·dig
  • Afgeleid van bloed met het achtervoegsel -ig.
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bloedig bloediger bloedigst
verbogen bloedige bloedigere bloedigste
partitief bloedigs bloedigers -

bloedig

  1. met bloed (bedekt)
    • Over haar hele lichaam zaten bloedige striemen. 
  2. waarbij veel bloed vloeit, met veel slachtoffers
    • In die streek woedt een bloedig conflict. 
     Harald lag onder de deken met een zaklamp en las met bonkend hart. 'De loopgravenstrijd is de bloedigste, wildste en wreedste van alle veldslagen. Er stonden mannen in op die de situatie meester waren, onbekende, onverschrokken krijgers.[1]
  • bloedig je best doen
heel erg je best doen
96 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be