• IPA: /bliːskɔst/
  • blíz·kost
  • Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord blízký met het achtervoegsel -ost

blízkost v

  1. nabijheid; directe omgeving
    «Tříhvězdičkový hotel se nachází v klidné části města, zároveň však v bezprostřední blízkosti historického centra města.»
    Het driesterrenhotel bevindt zich in een rustig deel van de stad, tegelijkertijd is het in de directe nabijheid van het historische stadscentrum.
  2. nabijheid; het nabij-zijn
  1. sousedství o
  1. odlehlost v
  • v bezprostřední blízkosti – in de directe omgeving