• IPA: /bʎiːskɔ/
  • Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord blízky met het achtervoegsel -o.


blízko

  1. dichtbij

blízko + genitief

  1. dichtbij, nabij


  • IPA: /bliːskɔ/


  • blíz·ko
  • Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord blízký met het achtervoegsel -o.

blízko o

  1. nabijheid; een kleine afstand.


blízko

  1. dichtbij

blízko + genitief

  1. nabij, dichtbij