bisamrat
- bi·sam·rat
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘knaagdier’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
- samenstelling van bisam en rat [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bisamrat | bisamratten |
verkleinwoord | bisamratje | bisamratjes |
- (knaagdieren) middelgroot waterbewonend zoogdier, familie van de knaagdieren, omnivoor
1. middelgroot waterbewonend zoogdier
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord bisamrat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.